Marlies Pastoor – Een leven van bezieling en bewustwording

Mijn naam is Marlies Pastoor (1953).
Na mijn studie aan de sociale academie werkte ik twaalf jaar in het welzijnswerk, met name binnen de kinderbescherming. Daarna besloot ik een andere weg in te slaan en me te ontwikkelen tot keramist. Mijn werk richtte zich op schalen, kommen en dozen — vrouwelijke vormen die symbool staan voor ontvankelijkheid en koestering.


Een spirituele reis van decennia

Vanaf mijn 28e begon mijn spirituele zoektocht. Ik volgde een zevenjarige opleiding tot spiritueel therapeut, deels in een spiritueel klooster, deels tijdens een lange reis door Azië.
Tibet en de Tibetanen raakten mijn hart diep. Ik voelde een intense verbondenheid, alsof ik thuiskwam. Maar in 1987 sloot Tibet haar grenzen, en ik werd door de Chinese autoriteiten het land uitgezet.

Terug in Nederland, in het klooster, hoorde ik tijdens een meditatie een innerlijke stem:
“Je bent niet voor niets in Nederland geboren. Jouw opdracht is: Tibetaan zijn in Nederland.”

Een prachtige boodschap, maar ook een uitdaging. Want hoe leef je als Tibetaan in Nederland, waar alles zo anders voelt? Het werd het begin van een lange zoektocht naar zingeving, verbinding en thuiskomen in mezelf.


Twee rode draden

Door mijn leven lopen twee rode draden: spiritualiteit en kluizenaarschap. Jarenlang leefde en werkte ik in afzondering. Tegelijkertijd verlangde ik naar verbinding, naar echt contact.
Dat verlangen werd helderder toen ik moeder werd van mijn zoon Tariq in 1991. Hij bracht mij steviger in het hier en nu, en opende mijn hart verder — een hart dat nu kon gaan uitreiken en ontmoeten.

Maar dat is niet vanzelfsprekend. Want hoe verbind je je werkelijk, als het hart nog bang is door oude wonden? Als het licht te fel is voor ogen die lange tijd donker gewend zijn?


Van afzondering naar verbinding

Ondanks twee langdurige relaties kende ik veel jaren waarin ik het gevoel had alleen te zijn. Ik wist dat ik mij moest verbinden met een ander mens — niet alleen spiritueel, maar ook als mens onder mensen. Ik moest het isolement loslaten om mijn opdracht in deze wereld te kunnen vervullen.

Er volgden relaties, waaronder een diepe liefde die tegelijk goddelijk als pijnlijk was. De spirituele band was sterk, maar de menselijke last te zwaar. Ik raakte mezelf kwijt, verloor mijn vrijheid en mijn roeping als medium en genezer leek uit zicht te verdwijnen.

Tot ik Inge ontmoette. In haar vond ik rust en ruimte. Zij reikte mij de hand, zonder iets af te nemen. Samen groeiden we. Samen helen we. Samen zijn we meer dan de som der delen.

En hier, met haar, in Herberg Het Klooster, werd ik opnieuw geroepen om te doen waarvoor ik op aarde ben gekomen.


Een levensopdracht met hart en ziel

Mijn taak is helder: vanuit compassie, devotie, mededogen en Liefde mensen begeleiden op hun weg. Ik mag mijn kennis en levenservaring inzetten in dienst van bewustwording en heling.

Mijn hart klopt. Het klopt als een Tibetaans hart in Nederland.
Het klopt ook in het ritme van het sjamanisme, dat mij sterk verwant is.
Maar bovenal klopt het vanuit de Liefde — de kracht waaruit ik werk, leef en dien.

Spiritualiteit is voor mij geen handeling, maar een manier van zijn.
Of het nu gaat om mediteren of afwassen: alles begint met respect, aandacht en verbinding.